Annie Colson voelt zich thuis tussen mix van culturen

“Geine vreigel, daor haw iech neet vaan”

Annie Colson voelt zich thuis tussen mix van culturen

“Geine vreigel, daor haw iech neet vaan”

Het verkeer raast over de A2. De autosnelweg, de route du soleil, is niet meer weg te denken. Op een steenworp afstand woont Annie Colson in de Ridder de Heerstraat. Al vijftig jaar, toen er nog geen asfalt lag. Er is veel veranderd in de loop der jaren…

Net vóór dat haar kinderen de Eerste Heilige Communie deden verhuisde het gezin Colson naar de woning van Maasvallei aan de Ridder de Heerstraat. De kinderen hadden er een fantastische jeugd. Nicole herinnert zich haar kindertijd nog als de dag van gisteren. “Schaatsen op de ‘bak’, spelen in het pierenbadje, op het voetbalveldje en in de boomgaard. We hoefden niet naar een pretpark.” Annie woont al een aantal jaren alleen. Haar kinderen zijn al een tijd het huis uit en haar man is 28 jaar geleden overleden. De straat waar Annie woont is een mix van culturen. “Dat is eigenlijk altijd zo geweest”, zegt Annie. Twee straten verder woont de Molukse gemeenschap. Jarenlang was een Spaans gezin haar buur. De man was als gastarbeider naar Nederland gekomen om bij de Sphinx te werken. “Heel hartelijke mensen. We hadden een gat in de haag gemaakt waardoor we elkaar eten gaven dat we soms over hadden. Lola nam iedere week stokbrood voor mij mee van de markt. Wat verderop wonen al zeventien jaar mensen uit Afrika waar ik het heel goed mee kan vinden. En op de hoek woont een gezin dat is gevlucht uit Eritrea. Praten gaat moeilijk maar met handen en voeten kom ik een heel eind”, lacht Annie. Laatst was het koud en kwam hij met een dikke trui en op teenslippers naar buiten. ‘Of hij geen koude voeten had’, vroeg ik. Hij lachte. Het zijn heel vriendelijke mensen, maar je moet je wel openstellen. En dat gebeurt jammer genoeg niet altijd. Ik merk hier ook wel eens dat er sceptisch gekeken wordt naar vluchtelingen, maar stel je voor dat je moet vluchten uit je thuisland, huis en haard moet achterlaten en in een land komt, in een andere wereld, met een andere taal, een andere cultuur, ver van huis.

Dat is verschrikkelijk. Die mensen zijn blij als ze zich welkom voelen. En dat vind ik niet meer dan normaal.”

Leuke straat, goede sfeer Annie voelt zich thuis in de wijk. Ze helpt haar buren, drinkt koffie met ze. “Iedereen komt bij mij, voor een kop koffie of om een schop te lenen. ‘Geine vreigel, daor haw iech neet vaan’, zegt Annie. Beter een goede buur dan een verre vriend. De sfeer in de Ridder de Heerstraat is goed. Nicole beaamt wat haar moeder zegt. “Het is een leuke straat, de mensen kennen elkaar, helpen elkaar en groeten elkaar. Ik woon in een wijk waar ’s avonds de rolluiken naar beneden gaan en iedereen op zichzelf is”, aldus Nicole. “Vroeger zaten we voor het huis op straat. De kinderen speelden en de ouders zaten ook gezellig samen voor het huis. Nu wordt al snel gezegd dat het ‘ordinair’ is als je voor je huis zit. Maar kijk in Amsterdam, daar staan de picknicktafels op de stoep. Het verbindt mensen.” “Ik kom tijd te kort”, zegt Annie. “Ik leef mijn leven en als ik dat niet meer kan hoop ik dat ik snel ben vertrokken, dat mij een ziekbed bespaard blijft. Ik zie dat om me heen, dat is verschrikkelijk. Nicole probeert de resolute woorden van haar moeder ietwat te relativeren: “Mam, we hebben al vaker gezegd, als je minder mobiel wordt, maken wij beneden een slaapkamer en badkamer.” Maar daar wil Annie niets van weten. Gelukkig is ze met haar 78 jaar nog actief. Ze helpt anderen met het huis poetsen, ze werkt heel graag in de tuin, ze maakt bloemstukken en werkt als vrijwilliger voor de Zonnebloem. Het huis is netjes op orde, het is ruim, er is een veranda aangebouwd en vooral de tuin is diep en staat vol bloemen en planten. Annie geniet en hoopt dat nog lang te doen. Leven en laten leven.